11.5 Het netvlies | Uitlegfilm
In deze uitleg behandelen we het netvlies, het laatste onderdeel van het oog. Dat dit onderwerp over drie video's verdeeld is, laat zien hoe belangrijk het is. In deze video bespreken we vooral de onderdelen die relevant zijn voor het eindexamen. In je boek staan extra details; vraag bij twijfel altijd even na bij je docent.
Werking van het netvlies
Licht is de prikkel die het oog binnenkomt. Het licht gaat door verschillende structuren van het oog heen en valt uiteindelijk achterin op het netvlies. Daar worden de lichtprikkels omgezet in impulsen — kleine elektrische stroompjes — die via de oogzenuw naar de hersenen gaan. In de hersenen worden deze impulsen verwerkt, zodat je kunt waarnemen wat er om je heen gebeurt.
Kegeltjes en staafjes
Op het netvlies liggen de zintuigcellen, die in twee soorten voorkomen: kegeltjes en staafjes. Kegeltjes hebben een kegelvormige structuur, terwijl staafjes langwerpig zijn.
De kegeltjes bevinden zich vooral in het midden van het netvlies, op de plek die we de gele vlek noemen. Met kegeltjes kun je kleuren zien en scherp waarnemen. Er zijn verschillende soorten kegeltjes die elk gevoelig zijn voor een andere kleur. Samen zorgen ze ervoor dat je de wereld in kleur kunt zien.
De staafjes liggen verspreid over het hele netvlies, vooral buiten het middengebied. Met staafjes kun je geen kleuren zien, maar wel zwart, wit en grijstinten.
Drempelwaarde en gevoeligheid
Er is een verschil in gevoeligheid tussen de kegeltjes en de staafjes. Dat heeft te maken met de drempelwaarde: de minimale sterkte van een prikkel die nodig is om een impuls te laten ontstaan.
De drempelwaarde van staafjes is lager dan die van kegeltjes. Er is dus minder licht nodig om staafjes te laten reageren. Kegeltjes hebben juist meer licht nodig om impulsen te sturen.
Dat merk je ook zelf: in het donker zie je nog wel vormen en bewegingen, maar geen kleuren. Dan werken alleen de staafjes. Als het lichter wordt, komt er genoeg licht binnen om ook de kegeltjes te activeren, en zie je weer in kleur.
Samenvatting
– Op het netvlies worden lichtprikkels omgezet in impulsen.
– Er zijn twee soorten zintuigcellen: staafjes en kegeltjes.
– Kegeltjes zitten vooral in de gele vlek, zorgen voor kleur en scherpte, en hebben een hogere drempelwaarde.
– Staafjes liggen verspreid over het netvlies, nemen zwart, wit en grijs waar, en hebben een lagere drempelwaarde.
Heel veel succes met leren, en tot de volgende video!
Liever de samenvatting lezen? Lees hier de
samenvatting over paragraaf 11.5
.
Klaar met luisteren?
Test jezelf met vragen over 11.5
.