5.6 Regeling | Uitlegfilm

In deze uitlegvideo over regeling leer je wat hormonen zijn, welke functies ze hebben en hoe de bloedsuikerspiegel wordt geregeld met insuline en glucagon. Ook bespreken we de werking van het hormoon adrenaline.

Hormonen zijn boodschapperstoffen die signalen doorgeven aan specifieke organen. Ze worden gemaakt door hormoonklieren en via het bloed door het lichaam verspreid. Alleen de organen die het signaal herkennen, reageren erop. Hormonen zijn dus gericht op bepaalde doelorganen.

Ze regelen veel processen in het lichaam, zoals groei, slaap, honger, dorst en de ontwikkeling tijdens de puberteit. De werking van hormonen verloopt trager dan die van zenuwen, maar houdt meestal langer aan. Waar zenuwen direct impulsen doorgeven aan spieren, moeten hormonen eerst via het bloed hun doel bereiken. Beide systemen werken vaak samen om het lichaam goed te laten functioneren.

Belangrijke hormoonklieren

De hypofyse ligt midden in de hersenen en speelt een centrale rol in het hormonale systeem. Ze maakt onder andere groeihormoon aan en stuurt andere hormoonklieren aan.

De bijnieren liggen boven op de nieren en produceren onder andere adrenaline. De alvleesklier ligt onder in de buik en maakt hormonen aan die belangrijk zijn voor de regeling van de bloedsuikerspiegel: insuline en glucagon.

De bloedsuikerspiegel

De bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid glucose in je bloed. Glucose is een belangrijke brandstof voor je cellen. Het glucosegehalte moet constant blijven — niet te hoog en niet te laag. De alvleesklier zorgt voor deze regeling met behulp van twee hormonen.

Insuline wordt aangemaakt als het glucosegehalte in het bloed stijgt, bijvoorbeeld na het eten. Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen door cellen in de lever en spieren. Daar wordt het omgezet in glycogeen, een opslagvorm van suiker. Zo daalt de bloedsuikerspiegel weer.

Glucagon wordt aangemaakt als de bloedsuikerspiegel te laag is, bijvoorbeeld als je lang niet gegeten hebt. Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen in de lever wordt omgezet in glucose, dat vervolgens aan het bloed wordt afgegeven. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.

Dankzij deze samenwerking tussen insuline en glucagon blijft de hoeveelheid glucose in het bloed schommelen rond een gemiddelde waarde van ongeveer 0,1%. Het systeem houdt dit evenwicht voortdurend in stand.

De werking van adrenaline

Het hormoon adrenaline wordt gemaakt door de bijnieren. Wanneer je schrikt of spanning ervaart, komt adrenaline vrij in je bloed. Het zorgt ervoor dat je lichaam klaar is om snel te reageren.

Adrenaline verhoogt je hartslag, versnelt de ademhaling, stimuleert zweten en maakt je zintuigen scherper. Daardoor kun je beter reageren in gevaarlijke of stressvolle situaties — bijvoorbeeld om te vluchten, vechten of alert te blijven. Zodra de spanning voorbij is, neemt het adrenalinegehalte weer af en komt je lichaam tot rust.

Samenvattend: hormonen zijn stoffen die via het bloed signalen doorgeven aan organen. De hypofyse, alvleesklier en bijnieren zijn belangrijke hormoonklieren. Insuline en glucagon regelen samen de bloedsuikerspiegel, terwijl adrenaline het lichaam helpt snel te reageren bij spanning of gevaar.