5.5 Gedrag | Uitlegfilm

In deze video leer je wat gedrag is en hoe het ontstaat. Ook bespreken we de begrippen prikkel, respons, motivatie, en wat normen en waarden betekenen bij mensen.

Gedrag is alles wat een dier doet. Vaak bestaat gedrag uit meerdere handelingen die elkaar opvolgen. Mensen vallen ook onder de dieren, dus ook hun handelingen zijn gedrag.

Een voorbeeld: twee zeehonden liggen op het strand in de zon. Alles wat je ziet — liggen, bewegen, omkijken — hoort bij hun gedrag. Elke handeling vormt samen met andere handelingen een gedragsketen.

Gedrag wordt beïnvloed door wat er in de omgeving gebeurt. Een kat die een muis ziet, sluipt eerst, blijft stilzitten als de muis niet beweegt en jaagt zodra de muis rent. De omgeving en prikkels bepalen dus welk gedrag een dier vertoont.

Een prikkel is een verandering in de omgeving of in het lichaam waarop een organisme reageert. Die reactie heet de respons. Er zijn uitwendige prikkels (van buitenaf) en inwendige prikkels (van binnenuit).

Een voorbeeld van een uitwendige prikkel: het geluid van een auto die voorbijrijdt. Een voorbeeld van een inwendige prikkel: honger. De reactie — iets gaan eten — is dan de respons op die prikkel.

Of een dier bepaald gedrag vertoont, hangt ook af van de motivatie. Een leeuw jaagt omdat hij honger heeft; dat is een inwendige prikkel die hem motiveert. De zebra’s voelen, ruiken of zien de leeuw en worden juist gemotiveerd om te vluchten. Gedrag ontstaat dus door een combinatie van prikkels en motivatie.

Gedrag kan aangeboren of aangeleerd zijn. Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier al vanaf de geboorte kan uitvoeren, zonder dat het dit hoeft te leren. Een voorbeeld: kuikens herkennen kort na het uitkomen hun ouders, zodat ze bescherming en voedsel krijgen.

Daarnaast is er sociaal gedrag — gedrag tussen dieren van dezelfde soort. Wanneer één zebra een waarschuwingsgeluid maakt en de anderen reageren, is dat sociaal gedrag. Reageren op een leeuw is dat niet, want dat is een andere soort.

Bij mensen speelt ook de invloed van normen en waarden. Een waarde is iets wat mensen belangrijk vinden, en een norm is de gedragsregel die daarbij hoort.

Voorbeeld: Waarde – het is belangrijk om dankbaar te zijn. Norm – je zegt “dankjewel” als je iets krijgt. Of: Waarde – beleefdheid is belangrijk. Norm – in Nederland kijk je iemand aan en geef je een hand bij een eerste ontmoeting.

Normen en waarden zijn cultuurgebonden. Wat in de ene cultuur beleefd is, kan in een andere cultuur anders zijn. De waarden van een samenleving bepalen dus welk gedrag normaal is.

Samenvattend: gedrag is alles wat dieren en mensen doen. Het wordt beïnvloed door prikkels en motivatie, en kan aangeboren of aangeleerd zijn. Bij mensen spelen ook normen en waarden een belangrijke rol in hoe we ons gedragen.