13.5 Weefselvloeistof en lymfe | Uitlegfilm
Het lymfevatenstelsel bestaat uit lymfevaten en lymfeknopen. Samen vormen ze een netwerk van buisjes door het hele lichaam. Dit systeem kun je zien als een afvoersysteem voor afvalstoffen. Door de lymfevaten stroomt lymfevloeistof met afvalstoffen van cellen. Deze vloeistof komt samen in de borstbuis, het grootste lymfevat van het lichaam, die is aangesloten op de holle ader van het bloedvatenstelsel. Zo komt de lymfevloeistof uiteindelijk weer in de bloedbaan.
In tegenstelling tot het bloedvatenstelsel heeft het lymfevatenstelsel geen pomp zoals het hart. De lymfevloeistof beweegt door spierbewegingen. Wanneer spieren samentrekken, drukken ze tegen de lymfevaten, waardoor de vloeistof langzaam vooruit wordt geperst. Omdat de druk in de lymfevaten laag is, stroomt de lymfe traag. Om te voorkomen dat de vloeistof terugstroomt, bevatten de vaten kleppen.
Tussen de cellen van weefsels liggen haarvaten en lymfevaten. Door kleine openingen in de wanden van haarvaten kunnen stoffen uit het bloed treden. Bloedplasma met opgeloste stoffen zoals glucose en zuurstof verlaat de haarvaten en komt tussen de cellen terecht. Op dat moment heet het geen bloedplasma meer, maar weefselvloeistof.
De weefselvloeistof stroomt tussen de cellen door en geeft voedingsstoffen en zuurstof af. De cellen nemen die stoffen op en geven hun afvalstoffen, zoals koolstofdioxide, af aan de weefselvloeistof. Een deel stroomt terug de haarvaten in en keert zo terug in de bloedbaan. De rest wordt opgenomen door de lymfevaten. Vanaf dat moment noem je het lymfe of lymfevloeistof.
De lymfe stroomt via steeds grotere vaten naar de borstbuis. Daarvandaan komt de vloeistof in de holle ader en uiteindelijk weer in het bloedvatenstelsel terecht. Zo blijft de vloeistof in het lichaam in balans.
De verschillende vloeistoffen in het lichaam hebben elk hun eigen naam, afhankelijk van hun locatie. In de bloedvaten heet het bloedplasma, tussen de cellen weefselvloeistof en in de lymfevaten lymfe of lymfevloeistof.
Het lichaam bevat meer dan 500 lymfeknopen. In elke lymfeknoop komen meerdere lymfevaten samen. Er zijn vaten die lymfe aanvoeren en vaten die lymfe afvoeren. Een lymfeknoop werkt als een zuiveringsstation waar de lymfevloeistof doorheen stroomt en wordt gefilterd.
In de lymfeknopen bevinden zich veel witte bloedcellen die ziekteverwekkers bestrijden, zoals bacteriƫn en virussen. Zo helpt het lymfevatenstelsel niet alleen bij het afvoeren van afvalstoffen, maar ook bij de afweer van het lichaam.
Liever de samenvatting lezen? Lees hier de
samenvatting over paragraaf 13.5
.
Klaar met luisteren?
Test jezelf met vragen over 13.5
.