Samenvatting 1.4 – De mens

Ontwikkeling
Tijdens het leven ondergaat een mens diverse vormen van ontwikkeling:

  • Lichamelijke ontwikkeling: Veranderingen in het lichaam, zoals groei en rijping. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van een meisje naar een volwassen vrouw.
  • Geestelijke ontwikkeling: Ontwikkeling van verstand, gevoelens en persoonlijkheid.
  • Motorische ontwikkeling: Het leren van bewegingen, zoals lopen of fietsen.

Levensfasen
Het leven is opgedeeld in acht levensfasen, elk met kenmerkende ontwikkelingen:

  1. Baby (0-1½ jaar): Afhankelijkheid van anderen, snelle groei, vaak een groeispurt.
  2. Peuter (1½-4 jaar): Ontwikkeling van praten en bewegen, zoals lopen.
  3. Kleuter (4-6 jaar): Leren fietsen, tekenen, spelletjes spelen en samen spelen.
  4. Schoolkind (6-12 jaar): Focus op lezen, schrijven en rekenen.
  5. Puber (12-16 jaar): Periode van snelle lichamelijke en geestelijke veranderingen (puberteit). Voortplantingsorganen beginnen te functioneren, emoties en stemmingen variëren sterk.
  6. Adolescent (16-21 jaar): Leren zelfstandig te zijn en verantwoordelijkheid te nemen.
  7. Volwassene (21-65 jaar): Geheel zelfstandig in werk en leven.
  8. Oudere (65+ jaar): Lichamelijke achteruitgang, vaak afhankelijkheid van hulp.


De duur van levensfasen kan per persoon verschillen; sommige kinderen ontwikkelen zich sneller of langzamer. De genoemde leeftijden zijn gemiddelde richtlijnen.