Samenvatting 1.3 – Metamorfose
Jonge en volwassen dieren
Bij sommige dieren lijken de jonge dieren niet op de volwassen exemplaren. Een voorbeeld is het lieveheersbeestje. De levenscyclus begint als eitje, waaruit een larve komt. Deze larve ziet er anders uit en heeft een andere leefwijze dan het volwassen dier. Voordat een larve volwassen wordt, ondergaat hij een gedaantewisseling, oftewel metamorfose, waarbij de lichaamsbouw en leefwijze sterk veranderen.
Vlinders
Vlinders, zoals het koolwitje, doorlopen vier stadia tijdens hun metamorfose:
- Ei: Gelegd op koolbladeren.
- Larve (rups): Eet veel en groeit door te vervellen.
- Pop: Omhuld door een cocon, waarin het lichaam verandert in een vlinder.
- Imago (volwassen vlinder): Kan vliegen en zich voortplanten.
Bij de metamorfose verandert het lichaam drastisch. De larve ontwikkelt onder andere vleugels en voelsprieten. Een volwassen vlinder groeit niet meer en leeft meestal maar kort.
Kikkers
Ook bij de bruine kikker vindt metamorfose plaats. De levenscyclus omvat:
- Ei (kikkerdril): Gelegd in sloten, vaak in grote kluiten.
- Kikkervisje (larve): Eerst met uitwendige kieuwen, later vervangen door inwendige kieuwen.
- Metamorfose: Achterpoten groeien, de staart wordt korter, en longen ontwikkelen zich.
- Volwassen kikker: Kan op het land leven en ademt met longen en via de huid.
In 12 tot 13 weken verandert het kikkervisje van waterbewonend larve naar een insectenetende, landbewonende kikker.