6.2 Voedselrelaties en kringlopen Samenvatting

Producenten, consumenten en reducenten

Planten maken hun eigen voedsel via fotosynthese met zonlicht, water, koolstofdioxide en mineralen. Ze worden daarom producenten genoemd en vormen de eerste schakel in een voedselketen.

Dieren eten deze stoffen en heten consumenten. Planteneters zijn consumenten van de eerste orde, vleeseters van de tweede en volgende. Niet alle planten en dieren worden gegeten: afvaleters eten dode resten. Wat overblijft wordt afgebroken door reducenten zoals bacteriën en schimmels.

Zij zetten de resten om in mineralen, water en koolstofdioxide, die opnieuw door planten worden gebruikt. Zo ontstaat een kringloop.

De kringloop van water

Water verdampt uit zeeën en oceanen, vormt wolken en komt als neerslag weer terug op aarde. Via rivieren stroomt het water terug naar zee.

Ook mensen en dieren nemen water op en scheiden het weer uit. Deze constante beweging vormt de waterkringloop.

De kringloop van koolstof

Koolstof komt voor in koolstofdioxide in de lucht. Planten nemen dit op bij de fotosynthese en zetten het om in glucose. Dieren eten planten en gebruiken die glucose als brandstof of bouwstof.

Via uitademing, uitwerpselen of afbraak van dode resten door reducenten komt de koolstof weer als koolstofdioxide in de lucht. Zo blijft de koolstof in omloop.

Wel en niet afbreekbaar

Afval van planten en dieren wordt biologisch afgebroken door reducenten. Ook afval zoals broodkorsten en papier is biologisch afbreekbaar.

Glas, metaal, steen en kunststoffen zijn dat niet en vormen niet-biologisch afbreekbaar afval. Deze stoffen blijven lang in het milieu aanwezig.

Plasticsoep

Grote hoeveelheden plastic komen elk jaar in de oceaan terecht en vormen eilanden van afval, ook wel plasticsoep genoemd.

Onder invloed van zon en golven valt plastic uiteen in kleine stukjes, microplastic. Dieren eten dit op, waarna het via de voedselketen ook in mensen terechtkomt.

Dit kan schadelijke gevolgen hebben, zoals vergiftiging en verstoring van hormonen.

Woordenlijst

  • Afvaleters: Dieren die dode resten van planten en dieren als voedsel gebruiken.
  • Biologisch afbreekbaar: Afval dat door bacteriën en schimmels kan worden afgebroken.
  • Consumenten: Dieren die stoffen eten die door planten zijn gemaakt.
  • Consumenten van de eerste orde: Planteneters die zich voeden met producenten.
  • Consumenten van de tweede orde: Dieren die planteneters eten.
  • Kringloop: Proces waarbij stoffen steeds opnieuw door planten, dieren en reducenten worden gebruikt.
  • Niet-biologisch afbreekbaar afval: Afval dat niet door bacteriën en schimmels kan worden afgebroken.
  • Plasticsoep: Grote hoeveelheden plasticafval die in zee drijven en uiteenvallen in kleine deeltjes.
  • Producenten: Organismen die met behulp van zonlicht en mineralen hun eigen voedsel maken.
  • Reducenten: Bacteriën en schimmels die dode resten van organismen afbreken tot mineralen.