6.1 Bloemen | Test jezelf Resultaat 🔄 Probeer opnieuw 1. Wat is de functie van de bloemkelk? A. Vormen van stuifmeel B. Produceren van eicellen C. Beschermen tegen uitdroging en kou D. Aantrekken van insecten 2. Uit welke delen bestaat een meeldraad? A. Helmdraad en helmknop B. Kelkblad en kroonblad C. Vruchtbeginsel en zaadbeginsel D. Stempel en stijl 3. Wat is de functie van kroonbladeren? A. Produceren van zaden B. Lokken van insecten C. Water opnemen D. Beschermen van de stamper 4. Waarin ontstaan de stuifmeelkorrels? A. In de stempel B. In het vruchtbeginsel C. In het kelkblad D. In de helmhokjes 5. Wat is een ander woord voor stuifmeel? A. Pollen B. Nectar C. Bladgroen D. Zaden 6. Wat is een eicel? A. De kern van een kroonblad B. Een deel van de helmknop C. De vrouwelijke geslachtscel van een plant D. Een zaadje 7. Waar bevindt zich de stempel? A. Tussen de kelkbladeren B. Bovenaan de stamper C. In een helmhokje D. Onder in de bloem 8. Welke functie heeft het vruchtbeginsel? A. Het vasthouden van kroonbladeren B. Het vormen van stuifmeel C. Het aantrekken van insecten D. Het bevatten van zaadbeginsels 9. Wat zijn kelkbladeren meestal? A. Groen B. Doorzichtig C. Geel D. Groot en opvallend 10. Wat gebeurt er als een helmhokje openspringt? A. Een eicel ontstaat B. De stempel groeit C. Stuifmeelkorrels komen vrij D. De kelk sluit 11. In welk onderdeel van de bloem zit de vrouwelijke geslachtscel? A. Helmhokje B. Zaadbeginsel C. Kroonblad D. Helmdraad 12. Wat is de functie van de stamper? A. Produceren van bladeren B. Produceren van nectar C. Produceren van stuifmeel D. Produceren van eicellen 13. Wat zijn meeldraden? A. De mannelijke voortplantingsorganen B. De vrouwelijke voortplantingsorganen C. De bladeren van de bloem D. De onderdelen van het vruchtbeginsel 14. Welke van deze delen hoort niet bij de stamper? A. Stijl B. Vruchtbeginsel C. Helmknop D. Stempel 15. Waarin zitten de eicellen? A. In de zaadbeginsels B. In de kroonbladeren C. In het stuifmeel D. In de helmknop 16. Wat zit er in elk helmhokje? A. Zaadjes B. Stuifmeelkorrels C. Kelkbladeren D. Eicellen 17. Wat is meestal vergroeid of los? A. Stijlen B. Helmhokjes C. Helmknoppen D. Kroonbladeren 18. Hoe heet het steeltje van een meeldraad? A. Helmdraad B. Helmknop C. Stijl D. Stempel 19. Waarmee begint de bestuiving? A. Zaadbeginsels worden groter B. Helmhokjes vallen af C. Stuifmeel komt op de stempel D. Stuifmeel valt op de stijl 20. Hoe ziet een bloemkroon er vaak uit? A. Donker en dik B. Groot en opvallend gekleurd C. Lang en smal D. Groen en onopvallend 21. Wat bevat een helmknop? A. Zaadjes B. Eicellen C. Stempel D. Helmhokjes 22. Waarmee vangt een bloem het stuifmeel op? A. Stempel B. Kroonblad C. Helmdraad D. Zaadbeginsel 23. Wat zit er in een stuifmeelkorrel? A. Nectar B. Een mannelijke geslachtscel C. Een zaadje D. Een vrouwelijke geslachtscel ⬅ Vorige Volgende ➡ Controleer antwoorden