2.2 Het verteringsstelsel | Uitlegfilm

In deze uitlegvideo leer je over het verteringsstelsel: de functies, de belangrijkste organen, de rol van verteringssappen en enzymen, en het begrip peristaltiek. Deze basisstof geeft een algemeen overzicht dat je nodig hebt voor de volgende lessen, waarin dieper wordt ingegaan op de werking van de afzonderlijke onderdelen.

Wat doet het verteringsstelsel?

Het verteringsstelsel zorgt ervoor dat voedingsstoffen uit voedsel kunnen worden opgenomen in het lichaam. Veel voedingsstoffen zijn te groot om direct te worden opgenomen. Ze moeten eerst in kleinere deeltjes worden geknipt. Dat proces heet verteren: het kleiner maken van voedingsstoffen zodat het lichaam ze kan opnemen.

Voedingsmiddelen zijn alles wat we eten en drinken. Daarin zitten voedingsstoffen, de bruikbare stoffen die ons lichaam nodig heeft. Een deel van deze stoffen is direct opneembaar, maar het grootste deel moet eerst door het verteringsstelsel worden afgebroken.

Onderdelen van het verteringsstelsel

Het verteringsstelsel bestaat uit verschillende organen die samenwerken om voedsel te verteren en voedingsstoffen op te nemen. Het begint bij de mond, waar voedsel wordt gekauwd en met speeksel vermengd. Daarna gaat het via de keelholte en slokdarm naar de maag.

Vanuit de maag gaat het voedsel naar de twaalfvingerige darm. Hier komen ook stoffen bij uit de lever, galblaas en alvleesklier. De lever maakt gal, dat tijdelijk wordt opgeslagen in de galblaas. Gal helpt bij de vertering, maar bevat geen enzymen. De alvleesklier produceert alvleessap met belangrijke enzymen.

Daarna komt het voedsel in de dunne darm, waar de meeste vertering en opname van voedingsstoffen plaatsvindt. Vervolgens gaat het naar de dikke darm. Aan het begin daarvan ligt de blinde darm met het wormvormig aanhangsel. Bij een blindedarmontsteking is dat aanhangsel ontstoken. In de endeldarm blijven de onverteerde resten over, die het lichaam via de anus verlaten.

Peristaltische beweging

De peristaltiek is een knedende beweging van de lengte- en kringspieren in de wand van het spijsverteringskanaal. Door het samentrekken van deze spieren wordt het voedsel stukje bij beetje door de darmen voortgeduwd. Je kunt dit vergelijken met een flexibele buis waar je een knikker doorheen duwt: door steeds achter de knikker te knijpen, beweegt hij naar voren.

Peristaltiek komt niet alleen in de darmen voor, maar ook in de slokdarm. Daardoor kan voedsel zelfs worden doorgeslikt als je ondersteboven staat. Bij overgeven werken de spieren de andere kant op: van de maag naar de mond. Voedingsvezels stimuleren de peristaltiek en zorgen voor een gezonde werking van de darmen. Ze komen vooral voor in plantaardig voedsel.

Verteringssappen en enzymen

In het verteringsstelsel worden op verschillende plaatsen verteringssappen aangemaakt. Deze sappen bevatten vaak enzymen die grote voedingsstoffen in kleinere delen knippen. Enzymen werken als biologische schaartjes: elk enzym kan maar één soort voedingsstof afbreken.

Voorbeelden van verteringssappen:

  • Speeksel – bevat enzymen die zetmeel afbreken.
  • Maagsap – bevat enzymen die eiwitten afbreken.
  • Gal – bevat geen enzymen, maar helpt vetten te verdelen.
  • Alvleessap – bevat meerdere enzymen voor verschillende voedingsstoffen.
  • Darmsap – helpt bij de laatste stappen van de vertering.

Oppervlaktevergroting

Bij het kauwen verdeel je voedsel in kleinere stukjes. Daardoor wordt het oppervlak groter. Een groter oppervlak betekent meer contact met de verteringssappen, waardoor enzymen beter kunnen werken. Oppervlaktevergroting maakt de vertering dus efficiënter.

Samenvatting

Het verteringsstelsel zorgt voor het kleiner maken en opnemen van voedingsstoffen. Peristaltiek verplaatst het voedsel door het lichaam. Verteringssappen met enzymen breken de voedingsstoffen af tot kleine deeltjes, en oppervlaktevergroting helpt dit proces te versnellen. Zo krijgt je lichaam de energie en bouwstoffen die het nodig heeft.

Veel succes met oefenen en tot de volgende video!