Geslachtsorganen man
Functies organen man
Orgaan | Functie |
---|---|
1. Penis | Primair voortplantingsorgaan dat bestaat uit zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid. Bij de geslachtsgemeenschap gaat de penis in de vagina. |
2. Balzak | De huidplooi waarin de teelballen en bijballen liggen. |
3. Zaadbal | Orgaan dat zaadcellen maakt. |
4. Bijbal | De plek waar de zaadcellen worden opgeslagen. |
5. Prostaat | Orgaan dat vocht toevoegt aan de zaadcellen. |
6. Zaadblaasjes | Orgaan dat vocht en voedingsstoffen toevoegt aan de zaadcellen. |
7. Zwellichamen | Sponsachtig weefsel dat in de penis zit. Wanneer de zwellichamen zich vullen met bloed komt de penis in erectie (wordt de penis stijf). |
8. Eikel | Het uiteinden van de penis die erg gevoelig is door de grote hoeveelheid zenuwen die daar in zitten. |
9. Voorhuid | De dunne huidplooi die de eikel bedekt. |
10. Zaadleider | Buisjes die de zaadcellen vervoeren. |
11. Urinebuis | Buis die de urine vervoert. |
12. Urineblaas | Tijdelijke opslagplaats voor urine. |
Uitwendige geslachtsorganen vrouw
Inwendige geslachtsorganen vrouw
Inwendige geslachtsorganen vrouw
Orgaan | Functie |
---|---|
Vagina | Geboortekanaal. De opening naar de baarmoeder, waar de penis ingaat bij de geslachtsgemeenschap. |
Binnenste schaamlippen | Dunne huidplooien die slijm aanmaken waardoor de vagina vochtig is. |
Buitenste schaamlippen | Dikkere behaarde huidplooien die de vagina beschermen. |
Plasgaatje | Einde van de urinebuis waaruit de plas komt. |
Clitoris | Gevoelig orgaan van de vrouw omdat deze vol met zenuwen zit. De clitoris is te vergelijken met de eikel van de man. |
Eierstok | Orgaan waarin de eicellen zich ontwikkelen. |
Eileider | Buis die de eicel vervoert naar de baarmoeder. In de eileider vindt de bevruchting plaats. |
Baarmoeder | Plaats waar een bevruchte eicel zich ontwikkelt tot een kind. |