10.2 Puberteit Samenvatting
Hoe verandert je lichaam in de puberteit?
Tijdens de puberteit ontstaan duidelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Deze verschillen heten geslachtskenmerken. Primaire geslachtskenmerken zoals penis, balzak, vagina en schaamlippen zijn al vanaf de geboorte zichtbaar.
Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich tussen de 10 en 16 jaar. Voorbeelden zijn meer spiermassa bij jongens en rondere vormen bij meisjes. In deze fase worden de geslachtsorganen volwassen. Meisjes worden voor het eerst ongesteld en jongens krijgen een zaadlozing. Dat betekent dat ze vanaf dan vruchtbaar zijn.
Tertiaire geslachtskenmerken zoals verschillen in kleding, denken en gedrag worden ook duidelijker.
Wat verandert er nog meer?
Andere veranderingen in de puberteit zijn een groeispurt en meer talgproductie. Talg beschermt de huid, maar een teveel kan poriën verstoppen. Dat leidt tot mee-eters en acne.
Ook de zweetklieren worden actiever, wat zorgt voor een herkenbare lichaamsgeur. Daarnaast veranderen gevoelens sterk: pubers hebben vaak stemmingswisselingen en ontwikkelen hun eigen identiteit. Ze ontdekken wie ze zijn en hoe ze eruit willen zien.
Door welke hormonen verander je in de puberteit?
De puberteit begint door hormonen van de hypofyse. Die stimuleren de geslachtsorganen om geslachtshormonen te maken. Bij jongens produceren de zaadballen testosteron, en bij meisjes produceren de eierstokken oestrogeen. Deze hormonen regelen de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. Het moment waarop dit begint, verschilt per persoon.
Wanneer ben je transgender?
Mensen met genderdysforie voelen dat hun geslacht niet past bij hun gevoel of gedrag. Zij worden ook wel transgender genoemd. Dit kan leiden tot een geslachtsoperatie of andere aanpassingen.
Zo’n proces omvat een onderzoek, een hormoonbehandeling, een real-life test en soms operaties. Na alle stappen is iemand transseksueel. Travestie wordt soms verward met genderdysforie, maar gaat vooral over kleding en niet over het gevoel in een verkeerd lichaam te zijn geboren.
Woordenlijst
- Acne: Puistjes door ontstekingen van verstopte talgklieren (mee-eters).
- Genderdysforie: Als je gevoel en gedrag niet overeenkomen met je geslacht; mensen die dit hebben noem je transgender of transseksueel.
- Geslachtshormonen: Regelstoffen die de secundaire geslachtskenmerken regelen.
- Geslachtskenmerken: Alle kenmerken die het verschil tussen meisjes en jongens duidelijk maken.
- Identiteit: Hoe je bent in uiterlijk, karakter en wat je belangrijk vindt.
- Mee-eters: Verstopte talgkliertjes; te zien als kleine zwarte puntjes op de huid.
- Oestrogeen: Vrouwelijk geslachtshormoon; zorgt voor vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken en de menstruatiecyclus.
- Poriën: Uitgangen van de talgklieren.
- Primaire geslachtskenmerken: Kenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn, zoals penis of schaamlippen.
- Puberteit: Levensfase tussen 10 en 16 jaar waarin de verschillen tussen jongens en meisjes groter worden.
- Secundaire geslachtskenmerken: Lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes die in de puberteit ontstaan.
- Talg: Vettige stof uit de talgklieren die de huid beschermt.
- Testosteron: Mannelijk geslachtshormoon; zorgt voor mannelijke secundaire geslachtskenmerken.
- Tertiaire geslachtskenmerken: Niet-lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes, zoals kleding of gedrag.
- Transgender: Als je je man of vrouw voelt, maar dat gevoel niet overeenkomt met je geslacht.
- Transseksueel: Als je je geslacht hebt laten aanpassen omdat je gevoel niet overeenkomt met je geslacht.
- Vruchtbaar: Als je je kunt voortplanten; jongens maken zaadcellen en meisjes eicellen.
Alles gelezen? Test jezelf met een paar vragen en kijk wat je al goed begrijpt over paragraaf 10.2!