Co-dominant – Twee allelen die beide tot uiting komen.
Dominant – Het overheersende allel van twee allelen van een eigenschap; een dominant allel noteer je met een hoofdletter.
Genotype – Informatie van de twee allelen voor een eigenschap; je noteert het genotype met twee letters; een genotype wordt ook gebruikt als het gaat om de informatie op al je genen.
Heterozygoot – Twee verschillende allelen voor een eigenschap.
Homozygoot – Twee gelijke allelen voor een eigenschap.
Intermediair fenotype – Tussenvorm die ontstaat als beide allelen van een genenpaar aanwezig zijn en even sterk zijn.
Kruisingsschema – Een schema waarin je snel overzicht krijgt van de mogelijke genotypen van de nakomelingen bij een bepaalde eigenschap bij een kruising.
Recessief – Het allel voor een eigenschap dat onderdrukt kan worden; een recessief allel noteer je met een kleine letter.