De bouw van botten
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Extra vragen
Uitleg
|
|
|
Samenvatting
Je geraamte moet wel tegen een stootje kunnen en dus stevig zijn. Een bot bestaat uit been. Voor de geboorte bestaat het geraamte nog uit kraakbeen. Enkele botten, zoals in je neus en oorschelp, blijven uit kraakbeen bestaan. Bot bestaat uit beencellen, kalkzouten en lijmstof.
Kalkzouten maakt het bot stevig, maar ook broos. Als je een stukje kalk probeert te buigen, breekt het. Lijmstof is gemakkelijk in elkaar te drukken, maar veert daarna weer terug. Als je ouder wordt, veranderen je lijmstoffen in kalkzouten. Botten van ouders mensen zijn door de kalkzouten zo hard geworden dat ze makkelijker breken dan de botten van jongere mensen. Jongere mensen hebben nog veel lijmstoffen in hun botten zitten. Hierdoor zijn hun botten een beetje flexibel. |
Kraakbeen |
Been (bot) |
|
Tussencelstof: |
Stevig, maar toch buigzaam |
Hard en bestaat vooral uit kalkzouten |
Waar liggen de cellen: |
In groepjes bij elkaar |
In kringen rondom fijne kanaaltjes |
Oefenen
Extra vragen
Beantwoord de volgende vragen over kraakbeenweefsel en beenweefsel
Vraag 1: Welke stof verdwijnt uit een bot als je het in zoutzuur legt?
Vraag 2: Hoe ziet een bot eruit dat in zoutzuur heeft gelegen?
Vraag 3: Wat is de functie van de kalkzouten?
Vraag 4: Welke stof verdwijnt uit een bot als je het in een vlam houdt?
Vraag 5: Hoe ziet een bot eruit dat in de vlam is gehouden?
Vraag 6: Wat is de functie van de lijmstof?
Vraag 7: Wat is zachter, beenweefsel of kraakbeenweefsel?
Vraag 8: Noem enkele plaatsen waar kraakbeenweefsel voorkomt in het lichaam.
Vraag 9: Wie heeft meer lijmstof, een baby of een bejaarde?
Vraag 10: Wie heeft meer kalkzouten, een baby of een bejaarde?
Vraag 11: Waarom heeft een baby vooral kraakbeen?
Vraag 12: Waarom verwerkten lijmfabrieken vroeger veel beenderen?
Vraag 13: Waarom zitten er tussen je ribben en het borstbeen kraakbeenverbindingen?
Juist of onjuist vragen:
Vraag 14: Beenweefsel bevat geen bloedvaten.
Vraag 15: Een belangrijk verschil tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel is de soort tussencelstof.
Vraag 16: Beenweefsel bevat meer tussencelstof dan kraakbeenweefsel.
Antwoord:
Kalkzouten
Vraag 2: Hoe ziet een bot eruit dat in zoutzuur heeft gelegen?
Antwoord:
Zacht en buigzaam
Vraag 3: Wat is de functie van de kalkzouten?
Antwoord:
Stevigheid (hardheid) geven aan het beenweefsel.
Vraag 4: Welke stof verdwijnt uit een bot als je het in een vlam houdt?
Antwoord:
Lijmstof
Vraag 5: Hoe ziet een bot eruit dat in de vlam is gehouden?
Antwoord:
Bros en onbuigzaam
Vraag 6: Wat is de functie van de lijmstof?
Antwoord:
Het bot een beetje buigbaar maken.
Vraag 7: Wat is zachter, beenweefsel of kraakbeenweefsel?
Antwoord:
Kraakbeenweefsel
Vraag 8: Noem enkele plaatsen waar kraakbeenweefsel voorkomt in het lichaam.
Antwoord:
Neus, oorschelp, tussen de wervels, in gewrichten.
Vraag 9: Wie heeft meer lijmstof, een baby of een bejaarde?
Antwoord:
Een baby
Vraag 10: Wie heeft meer kalkzouten, een baby of een bejaarde?
Antwoord:
Een bejaarde
Vraag 11: Waarom heeft een baby vooral kraakbeen?
Antwoord:
Zodat het makkelijker door het geboortekanaal heen kan.
Vraag 12: Waarom verwerkten lijmfabrieken vroeger veel beenderen?
Antwoord:
Om de lijmstof die in beenderen zit.
Vraag 13: Waarom zitten er tussen je ribben en het borstbeen kraakbeenverbindingen?
Antwoord:
Tijdens het ademhalen moeten je ribben een beetje kunnen bewegen. Dit kan doordat ze met kraakbeen vastzitten aan het borstbeen.
Juist of onjuist vragen:
Vraag 14: Beenweefsel bevat geen bloedvaten.
Antwoord:
Onjuist, elke cel van het lichaam heeft zuurstof nodig.
Vraag 15: Een belangrijk verschil tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel is de soort tussencelstof.
Antwoord:
Juist, bij kraakbeen bestaat de tussencelstof vooral bestaat uit lijmstoffen. Bij been bestaat de tussencelstof vooral uit kalkzouten.
Vraag 16: Beenweefsel bevat meer tussencelstof dan kraakbeenweefsel.
Antwoord:
Onjuist, het grote verschil is de soort tussenstof, niet in de hoeveelheid.
Beantwoord de volgende vragen over de haai
Anders dan bij de meeste vissen bestaat het skelet van een haai uit kraakbeen. Dat is iets zachter dan been, maar ook lichter en soepeler. Omdat het kraakbeen van een dode haai snel vergaat, zijn er weinig fossiele skeletten van haaien gevonden.
Vraag 1: Wat is voor de haai het voordeel van zijn kraakbeen skelet? Antwoord:Het skelet van kraakbeen bevat veel lijmstoffen, hierdoor is zijn skelet licht en soepel.
|
Vraag 2: Hoe komt het dat van haaien bijna geen fossiele skeletten zijn gevonden?
Vraag 3: Welke delen van haaien kunnen we nog wel terug vinden?
Vraag 4: Waarom vinden we nog wel deze wel vaak terug?
Vraag 5: Voor mensen zou het niet handig zijn als hun hele skelet uit kraakbeen zou bestaan, omdat dat niet stevig genoeg is als we groeien. Hoe komt het dat het skelet van een haai wel helemaal uit kraakbeen kan bestaan?
Antwoord:
Omdat het skelet van een haai uit zacht kraakbeen bestaat, vergaat dit makkelijk als de haai dood is.
Vraag 3: Welke delen van haaien kunnen we nog wel terug vinden?
Antwoord:
De tanden van een haai.
Vraag 4: Waarom vinden we nog wel deze wel vaak terug?
Antwoord:
Haaietanden zijn niet gemaakt van kraakbeen, maar zijn juist heel hard.
Vraag 5: Voor mensen zou het niet handig zijn als hun hele skelet uit kraakbeen zou bestaan, omdat dat niet stevig genoeg is als we groeien. Hoe komt het dat het skelet van een haai wel helemaal uit kraakbeen kan bestaan?
Antwoord:
Een haai leeft in het water, en het water geeft steun aan zijn lichaam (opwaartse druk). Daardoor kan hij niet in elkaar zakken.