Bestuiving
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
|
|
|
Samenvatting
Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel (1) van de helmhokjes (2) van de meeldraden (3) naar de stempel (4) van de stamper (5). De stuifmeelkorrels moeten wel op een plant terechtkomen van dezelfde soort. Daarna kan bevruchting optreden. Een plant heeft de hulp van óf insecten, óf de wind nodig om het stuifmeel te verplaatsen.
|
Zelfbestuiving en kruisbestuiving
Veel bloemen hebben zowel vrouwelijke voortplantingsorganen (stampers) als mannelijke voortplantingsorganen (meeldraden). Als er stuifmeel van de meeldraden op een stamper in dezelfde bloem komt, noemen we dit zelfbestuiving (A). Dit is ook als het om een andere bloem van dezélfde plant gaat.
Als stuifmeel terechtkomt op de stempel van een bloem van een ándere plant noemen we dit kruisbestuiving (B). |
Insect of wind
Er zijn twee manieren van bestuiving:
1. Met behulp van insecten (insectenbloemen).
2. Met behulp van de wind (windbloemen).
1. Met behulp van insecten (insectenbloemen).
2. Met behulp van de wind (windbloemen).
Insectebloemen |
Windbloemen |
Grote, gekleurde kroonbladeren |
Kleine groene kroonbladeren |
Geurend |
Niet geurend, geen nectar |
Nectar |
Helmknoppen hangen buiten de bloem |
Kleverige of stekelige stuifmeelkorrels |
Stempels zijn groot en veervormig |
Weinig stuifmeelkorrels |
Veel stuifmeelkorrels |
Oefenen